Sofie's Star Wars Site

     
 
       
 

"Aanval op de White Pearl" (werktitel)

   
   

Door Sofie

aanvulling bij het verhaal van Laeïda Ylena 

p.s: deze versie is een kladversie! let niet op spellingsfouten of dialectzinnen

 

Deel 2 (45 BBY)

Hoofdstuk 1 (45 BBY)

Gefilterd licht scheen door het transparistaal van de ’White Pearl’ toen het schip de Roche asteroïdengordel doorkruiste. Aan boord bevonden zich enkele families van alle rassen en soorten. Sommigen waren op zoek naar hun geluk, anderen bezochten kennissen of maakten een plezierreisje doorheen de Galaxy. Wezens van allerlei klassen en standen, van allerlei rassen en godsdiensten bevonden zich op dat ene schip. Zonder stevige schilden was het onmogelijk deze weg door de asteroïden te nemen, maar de ’White Pearl’ was overvloedig voorzien van schilden.

Maar schilden kunnen ook overbelast geraken, vooral wanneer ze te veel te verduren kregen. Dat wist kapitein en ruimtepiraat Rath Koona maar al te goed. Daarom had hij ook al zijn piloten opgedragen om een omcirkelende formatie rond de ’White Pearl’ te vormen. Hij had berekend wanneer de schilden van dat schip het het hardst te verduren zouden krijgen, en dan ging hij toeslaan. De kleine wendbare scheepjes van zijn piloten waren in het asteroïdenveld veel meer in het voordeel dan een log schip zoals de ’White Pearl’. Wanneer hij zou bevelen het vuur te openen, zou het schip allang te veel schade ondervinden zodat het niet meer in staat zou zijn een tegenoffensief te starten. Zodra er een gat in het schild zou komen, is een schot of een asteroïde genoeg om het hele schip lam te leggen.

Rath keek naar zijn onfortuinlijke assistent-kapitein – of liever ex-assistent-kapitein – die met zijn benen aan het plafond gebonden hing. Rath liet hem daar nog even hangen, als voorbeeld voor de rest van zijn bemanning. Hij was een man die meer rekening hield met trouw dan met geld. Een eigenschap die het denken van een gemiddelde ruimtepiraat tegenspreekt. De assistent-kapitein dacht dat hij de taak van zijn kapitein kon overnemen en pleegde verraad, maar het toeval wilde dat Rath hem kon neerslaan nog voor hij zelf werd neergeschoten.

Hij had zijn assistent-kapitein vastgebonden aan het plafond op zijn brug. Hij bevestigde daarna ook een elektrisch geladen plaat op de plaats waar normaal gezien de assistent-kapitein zijn hoofd hoorde te zijn, indien hij zich gewoon zou laten hangen. De assistent-kapitein moest dus de hele tijd zijn rug buigen en zijn hoofd naar boven trekken opdat hij niet geëlektrocuteerd zou worden. Een keer tegen die plaat komen was makkelijk te overleven, maar slaap en vermoeidheid spelen ook een rol. Toen de assistent-kapitein helemaal zonder krachten zat, moest hij zich wel laten hangen. Die standaardnacht had hij het opgegeven. Toen Rath de volgende ochtend binnenkwam, werd hij onthaald door een vreselijke stank van verbrand en verkoold vlees. Hij stuurde direct reinigingsdroids op het lijk af en besloot zijn executietactiek aan te passen, zodat er geen vies geurtje meer zou ontstaan.

Hij had niet gedacht dat zijn assistent-kapitein het al zou opgegeven hebben, dat hij zo zwak was. Hij kon vooral niet accepteren dat zo’n zwakke persoon hem zou vermoord hebben. Hij besefte dat hij de volgende keer niet zo veel geluk zou hebben.

Hij besloot dat hij een betrouwbare lijfwacht nodig had, eentje die door de bemanning gevreesd zou worden, naar zijn evenbeeld gekweekt. Een sterke persoonlijkheid, niet omkoopbaar, maar nu nog kneedbaar. Alleen een kind kon aan die voorwaarden voldoen.

Dat was de reden voor deze aanval. Op financieel vlak waren er betere doelwitten dan dit schip, maar hier kon hij een perfecte rechterhand vinden. Plus de rijken die aan boord waren beroven van hun bezittingen natuurlijk. Van op zijn moederschip gaf hij de opdracht de communicatie te verstoren. Daarna gaf hij een sein de aanval te openen.

Hoofdstuk 2 (45 BBY)

De kapitein van de ’White Pearl’ gaf het bevel vaart te minderen. Zijn schip bevond zich nu in het dichtste gebied van de Roche asteroïdengordel. Het was er gevaarlijk navigeren, want de schilden konden niet al de schokken opvangen. De kapitein zou moeten bewijzen dat hij zijn job waard was. Hij keek op de radar. Verscheidene vlekjes duidden de zwevende rotsblokken aan. Hij stippelde de meest veilige route uit.

Plots verschenen er van alle kanten rode puntjes op het scherm. Onbekende schepen vlogen van alle kanten op hen af. Het waren er te veel, en ze vlogen te gestructureerd om gewone voorbijgangers te zijn. “Stop het schip! Rem af! We worden aangevallen!” riep hij over de brug uit. Direct werden zijn bevelen opgevolgd en de ’White Pearl’ kwam tot stilstand. “Stuur een noodsignaal en beman al het geschut dat we hebben” zei hij. Vanuit het raam aan bakboord zag hij al een vage glinstering die kwam van de typische bekleding van een klein scheepje. Plots zag hij er nog meer. Van zodra hij een beeld begon te krijgen van de hoeveelheid scheepjes hij voor zich kon zien, werd er een blasterschot naar zijn ogen geschoten. Het schot kwam recht naar hem toe, en zonder het schild was het transparistaal voor hem uiteengespat en hij ofwel gedood door de explosie, ofwel door de luchtledige ruimte die er zou zijn ontstaan. Hij voelde hoe plots de adrenaline door zijn aders begon te stromen. Hij nam de intercom en lichtte zijn passagiers in over de aanval.

De piraten openden het vuur op de ’White Pearl’. Een paneel duidde de status van het schild aan en die zag er niet rooskleurig uit. Nog een beetje meer vuurkracht en hun aanvallers waren door het schild gedrongen. Hij hoopte dat zijn mannen weldra begonnen met schieten, maar voor hij het goed en wel besefte hoorde hij een ander alarm door het algemene alarm door. Hij keerde zich vliegensvlug om, naar de navigatie-instrumenten toe, maar zijn blik verstarde toen hij een immens grote blok asteroïde op hem zag afkomen. Hij had nog net de tijd om op zijn knieën te zakken, voordat de blok het raam voor hem versplinterde en hem plette tussen de asteroïdenblok en de wand van de brug.

De asteroïde wist van geen ophouden en tolde nog verder langs de rand van het schip. Vele ruimtes werden opengescheurd en veel verdediging van de ’White Pearl’ ging eraan. Ook de leefruimtes die zich achteraan in het schip bevonden moesten er aan geloven. De asteroïde begaf zich ongestoord verder op zijn weg in de ruimte. De piraten vielen nog de overgebleven geschutkoepels aan en na een relatief korte tijd zweefde de ’White Pearl’ stuurloos rond in de ruimte.

Iets grotere schepen verschenen en landden op het gehavende schip. De piraten zetten nu hun transportscheepjes in. Ze vonden nog een niet beschadigde toegangssluis en drongen het schip binnen. Toen ze het schip betraden merkten ze dat een groot deel van de passagiers de ruimtes rondom hen hadden verlaten. De piraten zonden hun status door naar het moederschip waar Rath hen het bevel gaf hun in 3 groepen te verdelen. Een van de groepen werd aangesteld om de kamers te scannen naar rijkdommen en die dan ook te stelen. Een andere groep kreeg de toelating de aanwezige wezens te vermoorden, maar alleen de kinderen niet, die werden door de derde groep gevangen genomen en naar het moederschip gebracht.

De piraten stormden op verschillende kamers af, naar gelang waarnaar hun scanners hun leidden. De nog intacte kamers werden overhoop gegooid en al wat enige waarde had werd naar de transportschepen meegenomen door de laaddroids die de piraten volgden. Allerlei hebbedingetjes werden in beslag genomen door de piraten. Stoffen en sierraden kregen al op dat moment een nieuwe eigenaar toegewezen.

Voor de piraten was dit schip een goede afwisseling in hun leven: het was lang geleden dat ze hen nog eens konden gedragen als echte piraten en konden plunderen en moorden zoals beesten. Het was geen missie waar geld mee te verdienen was, die overvallen waren altijd moeilijker en dan ging bijna alles naar hun baas. Ook heerste op die missies een soort spanning, want er stond meer op het spel en die schepen waren beter beveiligd. Nu konden de piraten zich afreageren op de passagiers en die kans lieten ze niet zo maar voorbijgaan. De piraten hadden geen greintje medelijden met de passagiers. De meeste passagiers werden direct afgeknald en sommigen moesten eerst nog vernederingen ondergaan voordat ze doodgeschoten of doodgestoken werden. De kinderen werden naar het moederschip van de piraten gedeporteerd.

Rath beval zijn manschappen de kinderen op te sluiten in een van de grote gevangenisruimtes. De piraten haastten zich van de ’White Pearl’ voordat het schip door een andere asteroïde kon geraakt worden. De meeste hadden nog steeds een kwaadaardige grijns op hun gezicht toen ze hun gestolen waar aan Rath presenteerde. Rath besloot die dag dat hij in de toekomst meer onschuldige schepen moest aanvallen: zijn mannen waren veel meer uitgelaten en waren hem trouwer dan ooit. Hij besloot de buit deze keer onder zijn manschappen te verdelen. Toen hij hen dit meedeelde werd hij met gejuich onthaald. Hij gaf het bevel uit de buurt van de Roche asteroïden te vliegen en trok zich terug in zijn stuurhut.

Hoofdstuk 3 (45 BBY)

Rath’s mannen waren volop bezig feest te vieren, maar hij zelf concentreerde zich op het scherm voor zich. Op het scherm werden de beelden van de camera in de cel van de kinderen getoond. Hij bekeek de kinderen eens goed. Een achttal kinderen bevonden zich in zijn bezit. Een groepje van 3 menselijke kinderen zat dicht bij elkaar. Hij schatte ze 2, 3 en 5 standaardjaar oud. Hij had de piraten opgedragen alleen de jongste mee te nemen. Aan de andere kant van de ruimte zaten een Rodian en een Gamorrean al ruzie te maken. Twee Quarren die blijkbaar broers waren zaten angstig rondom hen te kijken. In de hoek zat een merkwaardig felroodgekleurde meisjesTwi’lek de andere kinderen te bestuderen. Haar gezicht zag er oplettend uit. Ze toonde dat ze op haar leeftijd al de meeste eigenschappen van Twi’leks bezat: sluwheid, en wachten tot op een geschikt moment waren al bij haar op te merken.

Rath had de gevangenisbewaker opgedragen ze geen eten te geven. Binnen twee dagen ging hij dan de eerste test doen.

Hij vond dat zijn dag vrij constructief was: zijn bemanning herwaardeerde hem en hij had de kinderen voor zijn tests gevonden. Hij nam de pijp naast zijn bureautafeltje vast en snoof een vleugje verdampte glitterstim op. Meteen bevond hij zich in hogere sferen.

De twee dagen verliepen en de kinderen zagen er verhongerd uit. Vooral de Gamorrean lag op de grond te kreunen van de honger. Gamorreans waren domme wezens: als ze niet aan eten dachten, dachten ze aan vechten.

De Rodian had zich al bij de Quarrens gevoegd, maar blijkbaar was hij daar ook al aan het ruzie maken. De Quarrens zagen er al iets minder angstig uit dan voorheen maar de angst was nog steeds niet geheel uit hun ogen verdwenen.

De oudste van de mensen zat constant aan de deur te prutsen en naar de camera te kijken. Hij wou blijkbaar ontsnappen, hoewel dat onmogelijk was. Hij was vrij inventief in zijn handelingen, maar het kon hem gewoon niet lukken door die zware deur te komen. De andere twee mensen waren een soort van spelletje aan het spelen met kleine blokjes, die ze nog bij het hadden van op de ’White Pearl’.

De Twi’lek zat nog steeds in haar hoekje de rest te bestuderen. Rath kon wel raden dat ze wachtte tot de mens vooruitgang zou boeken met zijn gepruts, om er dan zelf voordeel uit te halen.

Rath gaf het bevel een portie eten door het luikje van de cel te geven. Hij wou weten wie er met het eten zou gaan lopen, dat kind zou hij opleiden en zijn rechterhand maken. Hoewel het een wrede test was uitgehongerde kinderen te laten vechten voor een beetje eten, kon het hem niet zo veel schelen. Alleen het resultaat telde, niet de manier. Zijn rechterhand zou immers sterk en sluw genoeg moeten zijn vanaf het begin. Hij had de bemanning nog niet ingelicht waarom hij die kinderen aan boord hield maar dat zou hij weldra moeten doen. Als iemand het dan niet eens is met zijn plan zou die wel het kind kunnen vermoorden. Rath had het vermoeden dat zijn assistent-kapitein wel enkele samenzweerders moet gehad hebben. Ofwel was er echt gevaar, ofwel werd hij gewoon paranoïde. Maar voorzichtigheid kan nooit kwaad, dus liet hij een aparte kamer naast zijn stuurhut inrichten voor zijn toekomstige rechterhand.

Toen het klikgeluid van het luik werd gemaakt waren de kinderen direct paraat. De 5-jarige mens keek verschrikt naar het luik met een blik van ‘ik heb het niet gedaan’, de Gamorrean stormde naar het luik toe toen de rest nog bezig was aan het opstaan. Toen het eten verscheen stortte de Gamorrean zich direct op de schotel. Maar hij was net te laat toen de Rodian het bord onder zijn neus wegnam. De Rodian begon met het bord weg te lopen, maar het kamertje was vrij klein, dus was hij algauw ingesloten door de mensen en de Quarrens. De Gamorrean kwam alsmaar dichterbij, samen met de rest van de kinderen. De Rodian kroop weg in een hoekje en probeerde de maaltijd te beschermen. Alsof er een teken gegeven werd, stormde de bende in volle vaart op de Rodian af. Behalve de Twi’lek. Zij zat vanuit haar hoekje de situatie te overzien met grote oplettende ogen. Ze zag hoe de Gamorrean met zijn brute kracht de 2 kleinste mensen en een van de Quarrens bewusteloos sloeg. Hij baande zich een weg door het volk en greep de Rodian bij de keel. Hij schudde de Rodian zo door elkaar en kneep zo hard op zijn keel dat de Rodian er bijna het leven bij in liet. Ondertussen hadden de mens en de Quarren het gevecht geopend met de Gamorrean. Die sprongen op zijn rug en probeerde hem buiten westen te kloppen.

De Twi’lek zag haar kans schoon. Ze nam het eten en scheurde het pakketje zachtjes open. Ze verstopte het grootste deel van het eten in de zakken van haar kleren. Toen de mens en de Quarren de Gamorrean eindelijk hadden verslagen, dachten ze dat de Twi’lek het eten had opgegeten. Ze had nog een klein stukje in haar hand. Ze liepen naar haar toe en zeiden dat dat hun deel was. Zij zei: “Ik geef het aan de mens want die vind ik leuker, de Quarren is het eten niet waard”. De Quarren blies de lucht uit zijn longen van woede wanneer ze het kleine stukje eten aan de mens gaf. De Quarren viel de mens aan en de twee begonnen aan een eindeloos gevecht. Ondertussen had de Twi’lek haar in haar hoekje gezet en begon ze op haar gemak het eten uit haar zakken op te eten. Wanneer ze klaar waren was de Quarren bewusteloos en de mens neergevallen uit vermoeidheid. Hij had de kracht niet meer om tegen te stribbelen toen de Twi’lek het laatste stukje eten van hem afnam en voor zijn neus opat. De Gamorrean begon wakker te worden. Ze keek met een verschrikte blik naar het logge lichaam dat zijn neus volgde. Vlug wreef ze haar bevuilde handen af aan de kleren van de mens voor haar. De Gamorrean vloog recht op de geur af. De mens werd verpletterd onder zijn gewicht en pas toen de mens stikte besefte de Gamorrean dat er helemaal geen eten te vinden was. Hij werd gek van woede en begon met zijn hoofd tegen de muren te bonken tot hij er bij neerviel.

Rath kwam de cel binnen. Hij nodigde de Twi’lek uit met hem te dineren. Hoewel ze de zaak duidelijk niet vertrouwde, zag ze een ontsnappingskans in zijn voorstel. Ze werd uit de cel gelaten en at een overvloedig diner met Rath. Hij nodigde haar uit in de kamer naast hem te blijven en sloot haar daar op. Hij had haar zijn situatie uitgelegd. Over de assistent-kapitein die hem wou verraden, over de ’White Pearl’ die ze geplunderd hadden. Maar hij vertelde haar niet dat hij de toestemming had gegeven om de passagiers uit te moorden. Hij maakte haar wijs dat ze dat tegen zijn wil hadden gedaan. Dat degene die haar ouders hadden vermoord samenzweerders tegen hem waren. En hij vroeg haar of ze hem wou meehelpen met die samenzweerders te vinden en te liquideren. Hij vroeg haar of ze zijn rechterhand wou zijn, hij zei dat hij haar wou adopteren en alles leren om stevig in het leven te staan. En ze stemde toe.

Vanaf die dag kon men elke dag een felrode Twi’lek langs Rath Koona’s zijde zien. Ze groeide op tussen de piraten en leerde alle kneepjes van het vak. Maar ze vertrouwde nooit iemand, buiten Rath, voor hem was haar vertrouwen ondoorgrondelijk. Ze bouwde relaties op met piraten maar ze gaf haar nooit te kennen. Ze leerde vechten, vliegen en slicen als de beste. Ze ontwikkelde zelfs haar eigen sadistische moordtechnieken, en na een tijdje ging ze ook mee op rooftocht. Ze werkte zich op als een van de beste vechters in Rath’s bende. Ze werd gevreesd door de bemanning, net zoals Rath had voorspeld. Op een dag vond ze de samenzweerders en ze bracht ze om met haar scherpe messen. Het was een heus bloedbad maar sindsdien was er niemand meer die het tegen Rath en haar wou opnemen. Ze had 5 zwaargewapende wezens gedood met haar vlijmscherpe messen die om haar vingers gebonden waren. Dat was wel het meest indrukwekkende dat haar een grote reputatie gaf. Zelfs als ze even niet aanwezig was durfde niemand nog iets tegen Rath te doen.

Hij was ondertussen ook al iets meer geliefd. Hij had zijn mannen meer vrijheid gegeven, maar controleerde ze wel nog steeds sterk. Hij was best wel tevreden van zichzelf dat hij die Twi’lek geadopteerd had. Hij voelde zich veilig onder zijn bemanning.

   
Site Map | Privacy Policy | Contact | 2004 Sofie