Sofie's Star Wars Site

     
 
       
 

Senator Seciel wordt gegijzeld (werktitel)

   
   

Door Sofie

aanvulling bij het verhaal van Laeïda Ylena 

p.s: deze versie is een kladversie! let niet op spellingsfouten of dialectzinnen

Deel 7 (28 BBY)

Hoofdstuk 1 (28 BBY)

Het schip van senator Voye Seciel had deze keer echt geen geluk. Het had al vertraging opgelopen bij het vertrek van zijn thuisplaneet, maar nu bevond het zich plots naast een groot schip dat hen blijkbaar niet wou verlaten. Zo konden ze niet in Hyperspace springen en was de senator zeker te laat op zijn afspraak in de Galactische Senaat. En dat nu er juist ging gedebatteerd worden over de belastingheffing op de buitenste handelsroutes. De senator keek geërgerd naar buiten naar het grote schip. Hij zag dat het schip een inhaalmanoeuvre wou nemen en hen rakelings ging voorbijvliegen. Hij gromde in zijn eigen dat hij hier het meest gehaast is en het grote schip hem niet mocht voorbijsteken. Maar hij slikte die woorden terug in toen hij het merkteken van het schip zag passeren. Het teken was zwart en toonde drie blasters die zich richtten op een wezen. Naast het wezen stond het teken dat ‘credits’ betekende. De pupillen van zijn ogen vergrootten toen hij plots besefte dat dit alleen maar ruimtepiraten konden zijn. Plots begon het hele schip te schudden. Hun schip werd door een trekstraal naar binnen gezogen! De senator panikeerde en probeerde alarm te slaan. Maar zijn piloten konden geen contact verkrijgen met de ruimtehaven die ze zojuist hadden verlaten. Hun verbinding werd verstoord. De planeet waarvan ze kwamen was nog maar een klein puntje achter hen en ze stonden juist op punt om naar Hyperspace te springen toen plots dat schip naast hen uit Hyperruimte sprong. Niemand kon hen zien of horen. Hun schip werd naar binnen gezogen.

De kapitein van het piratenschip verwelkomde hem op het dek nadat hun handen geboeid waren. ‘Welkom op mijn klein schip, laat ik mijzelf voorstellen, Rath Koona, ruimtepiraat die losgeld gaat vragen voor jou.” De senator werd rood van woede. ‘Wil jij onze gasten naar hun cellen brengen?’ Vroeg Rath tegen de rode Twi’lek die naast hem stond. Ze grijnsde even voordat ze een bevestigend knikje maakte. ‘Hier krijg je spijt van, piraatje’ riep de senator nog naar Rath. Zijn diplomatische kalmte was hem blijkbaar ontgaan. Rath droeg zijn computerexpert op een vraag voor losgeld te sturen naar de senaat en naar zijn planeet. Zijn nieuwe manier van geld te verdienen beviel Rath wel. Losgeld was snel verdiend en je verliest er bijna nooit manschappen mee.

De vrouwelijke Twi’lek amuseerde zich kostelijk toen ze de senator een beetje toetakelde. Ze begon kleine snijwonden in zijn rug te zetten. Toen Rath langskwam trok ze de senator omhoog zodat deze wel in Rath’s ogen moest kijken. Rath lachte de senator recht in zijn gezicht uit en begon hem op een verhalend toontje uit te leggen waarom hij senators zo misprijst. “Jullie zitten daar maar gewoon op jullie luie gat te debatteren over zaken die er toch nooit gaan komen. Door jullie kunnen wij nog steeds ons gangetje gaan want jullie gaan toch nooit iets concreet aan ons doen. Mij niet gelaten. Ik heb er alleen voordeel bij dat jullie er zijn. We lijken op elkaar: we verdienen geld door het van anderen af te nemen en ons ermee te verrijken. Je bent eigenlijk ook een vuile piraat net zoals ons, alleen zie je er nog niet zo uit. Nee, eigenlijk zijn wij nog beter. Wij vechten soms nog voor ons geld, terwijl jullie al zittend rijk worden. Wij doen nog iets om geld te verdienen en we hebben principes onder piraten. Wij nemen het niet zomaar tegen elkaar op zoals jullie in die senaat.’ Zei hij.

‘Zorg ervoor dat hij in leven blijft, voor de rest mag je met hem doen wat je wilt.’ zei Rath tegen zijn rechterhand. Ze pakte de senator nog eens vast en begon hem verder te tatoeëren. Na een half uur was ze het beu de senator open te snijden en liet ze hem verder creperen in zijn cel.

Senator Voye Seciel was pas in staat helder te denken toen hij de volgende dag te eten kreeg. Hij had vreselijke pijn van de snijwonden op zijn rug. Hij zag het verdroogde bloed naast hem liggen en was blij dat hij de wonden niet kon zien. Hij kon het bloed naast hem al niet aanzien zonder misselijk te worden. En als hij de wonden kon zien zou hij ter plekke flauwvallen, want het zag er wel tien keer zo erg uit. Toen hij wat verder in zijn relatief ruime cel kon kijken, zag hij dat zijn raadgever vastgebonden op een stoel zat. Achter zijn raadgever zat zijn protocoldroid waaraan hij enkele handige modificaties had laten aanbrengen. Deze zat vast met een dwangbout en daarom kon die zich niet verplaatsen. Hij kroop naar zijn raadgever toe en maakte de boeien los. Toen beiden loswaren probeerde ze de dwangbout te verwijderen, maar hun pogingen waren tevergeefs. Verslagen zette de senator zich terug op de grond. Hij wist dat ze alleen maar konden wachten totdat de piraten hun geld kregen. Maar hij wist hoe zijn volk in elkaar zat. Wanneer hij hier ooit weg zou geraken zou hij niet alleen een beschadigde rug hebben. Hij voelde alweer een pijnscheut door zijn rug lopen toen hij terugdacht aan de vreemde en vooral wrede Twi’lek. Hij hoopte van harte dat hij haar nooit meer zou terugzien. Zijn raadgever had ervoor gezorgd dat zijn wonden verbonden waren, maar meer konden ze niet doen.

Plots besefte de senator dat hij nog een kostbare lading aan boord had van zijn schip. Hij had, zoals altijd, het statussymbool van zijn politieke macht mee. Het was een eeuwenoude gewoonte het voorwerp mee te nemen bij een redevoering. Op zijn planeet was dit een soort van relikwie, en voor de senator was het ook nog een familiestuk. Hij is net zoals zijn voorvaders senator geworden, een functie die met de geboorte wordt doorgegeven in zijn cultuur. Met dat voorwerp was hij zo goed als de politieke heerser van zijn stelsel. Daarin lag al zijn macht, zijn familie, zijn volk, kortom zijn hele leven geprojecteerd. Als de piraten het relikwie zouden ontdekken, was het helemaal gedaan met hem. Hij zou zijn hoge functie verliezen en zijn familie zou ten schande gericht worden, en niemand van zijn familie zal ooit nog senator kunnen worden. Hij begon te zweten toen hij probeerde in te schatten wat voor gevolgen het verlies van het relikwie op zijn hele leven en nageslacht kon hebben. Hij had het relikwie nodig, de piraten mochten het niet van hem afnemen. Hij wist zeker dat deze piraten cultuurbarbaren waren en een kunstvoorwerp links zouden laten liggen. Maar dit voorwerp was gemaakt van een uiterst kostbaar materiaal. Het bestond uit een mengeling van verscheidene kristalstructuren, de ene al kostbaarder dan de andere. De combinatie zorgde voor een prachtig schouwspel van kleurschakeringen, en al naargelang de lichtinval of het soort licht, veranderden de kleuren. Hij kon zich de kleuren zo nog voor het hoofd halen. Hij wou het relikwie houden. Het betekende alles voor hem.

Hoofdstuk 2 (28 BBY)

Rath was aangenaam verrast toen een van zijn mannen met de kristalmassa kwam aangestormd. Hij had een 5-tal mannen aangesteld om het schip te ontmantelen. Later zou hij dan wel de aparte stukken verkopen, en niemand zou nog weten dat het onderdelen van een diplomatiek schip afkomstig waren. Niemand zou een diplomatiek schip in één geheel kopen, en dan zou hij beschuldigd worden van het aanvallen van beschermde schepen. Hij wist dat de gewone handelaars dat niet zouden appreciëren en dat kon alleen maar slecht zijn voor zijn handelspositie en zijn reputatie. Maar nu zou niemand het weten. Buiten zijn bemanning, maar die zweeg als een graf: ze hadden het goed bij hem en konden het niet permitteren hun job te verliezen en de Twi’lek achter hen aangestuurd te krijgen. Vooral dat laatste overtuigde hen tot zwijgen.

Rath’s ogen fonkelden samen met de diamant toen hij het voorwerp voor hem kreeg te zien. Hoewel het ongeveer twee handen vulde, woog het zeer veel. En hij wist dat de prijs van dit voorwerp even zwaar zou doorwegen voor zijn toekomst. Hij schatte dat hij er minstens 50 YT-1300 vrachtschepen voor kopen.

Hij beval het kostbare beeldje te bewaren in zijn persoonlijke kluis. Hij zou toch koers zetten richting Correlia, hij kon dan beter enkele havenstadjes aandoen en laten weten wat hij te koop aanbood.

Hij liet het voorwerp scannen om de waarde ervan te schatten. Hij was verbaasd toen hij de geschatte waarde zag, die lag nog hoger dan hij verwacht had. Een piraat zoals hij zag vele hoge bedragen, maar nog nooit had hij geweten dat dit blokje intrigerende diamant hem zo rijk kon maken. Maar hij besefte ook dat hoe duurder iets was, hoe minder kopers er waren en hoe gevaarlijker de transactie was. Maar voor die prijs wou hij zijn manschappen op een missie sturen die gedoemd is om te mislukken.

De senator hoorde de automatische deur opengaan. Hij zette onbewust een stapje naar achter, en bewust ook nog enkele toen hij zag dat de rode Twi’lek binnenkwam. Ze keek hem aan met een spottende blik. Ze zei met een iets te lieve stem dat ze hen moest bedanken van de kapitein. Voye begon een angstig gevoel te krijgen. Al stotterend zei hij: ‘Jullie hebben toch niet het relikwie…’. ‘Oh, het is een relikwie? Nog beter, dan zal het nog duurder verkocht worden!’ zei de Twi’lek terwijl het lachje op haar gezicht nog verbreedde. Ze liep hardop lachend de cel uit. De deur sloot achter haar, en ze waren weer alleen. De senator werd rood van woede en hij keek naar zijn raadsman. ‘We kunnen hun dat niet laten begaan! Het relikwie is ons belangrijkste bezit! We moeten een manier vinden om de kristalblok terug voor ons te winnen!’ zei Voye. Hij keek naar zijn raadsman die naar de juiste woorden zocht. Na een korte periode zei hij: ‘We kunnen hier onmogelijk weg, als de cel open zou gaan, is dat alleen op het moment wanneer het losgeld is betaald. In het pure uitgedachte geval dat we uit deze cel geraken, zou het pure zelfmoord zijn om de steen te vinden en dan nog ongemerkt te kunnen ontsnappen. Het is onmogelijk om hier weg te geraken.’ De senator wist dat zijn raadsman gelijk had. De twee weken dat hij hier al op het piratenschip was, hadden ze maar drie keer bezoek gehad, en telkens van die sadistische Twi’lek. Aan haar kon hij zeker niet ontsnappen, en hij had zo het gevoel dat er zich nog zo wrede kalibers op het schip bevonden. Hij had al enkele keren gehoord dat de motoren stilgelegd werden, en er verscheidene transportscheepjes in de hangar landden. Waarschijnlijk hadden ze dus al enkele ruimtehavens bezocht. Hij besefte dat hij veel geduld zou moeten hebben om hier weg te geraken en dan nog een manier te vinden om zijn relikwie terug te krijgen. Hij dacht na en keek om zich heen. Hij zag hoe zijn raadsman met een bedrukt gezicht naar de deur zat te staren, en zijn droid daar nog hulpeloos stond toe te zien.

Plots kreeg hij een ingeving. Hij besefte dat hij in zijn droid een krachtige zender had laten inbouwen. Die had hij er gezet voor in het geval dat hij zijn droid kwijtraakte. Zo kon hij hem nooit verliezen in de drukke senaatsgebouwen van Coruscant, maar kon hij hem met zijn ontvanger gemakkelijk vinden. Nu opende die functie nieuwe perspectieven voor de drie.

Hij legde zijn plan uit aan zijn raadsman en samen begonnen ze aan de droid te sleutelen. De raadsman, die kennelijk iets meer verstand had van droids, haalde de zender uit de droid’s lichaam en bevestigde die bovenop de lamp in de cel. Het was een hele klus het toestelletje daar te krijgen, maar uiteindelijk was het hun gelukt het toestel op de stroom van de lamp aan te sluiten en een signaal uit te laten zenden. De raadsman zorgde ervoor dat je van beneden niets kon zien van de zender.

Een week later werden de senator, de raadsman en de droid naar een schip gebracht. Eindelijk was het losgeld er. Nu waren de piraten klaar voor de ruil. Ze werden begeleid door vier struise types, twee van menselijke origine, de andere waren voor de senator van een onbekend ras. Ze kwamen aan op een ruimtehaven en stapten naar een kroeg. Hoewel ze niet meer geboeid waren, werden ze nog steeds streng bewaakt. En de Twi’lek liep nog steeds ergens achter hen, samen met Rath. Ze kwamen de kroeg binnen en kozen een tafeltje uit, helemaal achteraan in de schaduw. Rath en een van de bewakers stonden op en verlieten de tafel. Ze stapten naar de barman, die blijkbaar een goede kennis was. Voye besefte dat deze kroeg helemaal niet zo onschuldig was als hij eruitzag. Rath had hier met de andere partij afgesproken omdat hij hier veilig was, veel veiliger dan de tegenpartij zou denken. Degene die het losgeld zouden betalen, vermoedden niet dat ze de bar niet zomaar kunnen inpakken. Dit was de perfecte plek voor een ruil. Een koffertje afgeven en de gegijzelden met de tegenpartij meegeven viel niet op. Hier kon men niet zomaar beginnen te vechten of de boel innemen.

Rath kon de wisseling moeilijk in zijn vlaggenschip laten plaatsnemen - te zwaarbewapend, degene met het geld zouden het niet vertrouwen. En natuurlijk wou Rath de identiteit en positie van zijn schip niet vrijgeven. Hij zou dan misschien wel een gevecht moeten leveren tegen een goed voorbereidde aanvaller en die gedachte stond hem helemaal niet aan.

Een vijftal mensen stapten de kroeg binnen. Ze keken in het rond alsof hun ogen zochten naar mogelijke verdachten. Ze waren gewapend, maar dat was iedereen hier wel. De middelste droeg een koffer bij zich. Rath had gevraagd het geld contant te betalen. Hij vertrouwde bankrekeningen niet. Met het ontvangstbewijs kon niet worden geknoeid, maar het scherm waarop het wordt vertoond misschien wel. Hij had een scanner meegenomen om het geld te controleren. Hem konden ze niet belazeren. Hij nipte nog eens van zijn Juri Juice en gedroeg zich opvallend rustig wanneer hij opstond en de tegenpartij een hand gaf. De vijf mensen namen plaats tegenover hem. Een van die zette het koffertje op de tafel en opende het voor hem. Hij kon de glinsters in zijn ogen niet verbergen toen hij al dat geld zag. Hij beval een van zijn mannen de hele koffer te scannen. Het scannen duurde maar enkele seconden, en het geld was echt. Rath gaf de bewakers teken om de senator en zijn raadgever los te maken en de dwangbout van de droid te verwijderen. De Twi’lek nam de senator vast toen hij naar de tegenpartij werd gebracht. ‘Het was aangenaam kennis te maken, hopelijk tot nog eens. Een goede dag verder’ zei ze met haar typisch sadistisch lachje op haar lippen. Voye rilde bij de gedachte alleen al.

Hoewel iedereen in de kroeg het zogezegd wel kon ruiken, deden de bevrijders en de senator en de raadsman alsof ze zojuist een leuk gesprek hadden en er nu maar eens vandoor moesten. Het groepje kwam naar buiten en liep direct naar de haven. Ze hadden geen aanval op Rath gepland, want ze waren via hun spionnen te weten gekomen dat Rath de kroeg bezat, en vandaar een binnenwegje kon nemen naar zijn transportschip. Het was onmogelijk hem te doden of te volgen. Er vertrokken zoveel schepen van de ruimtehaven en het was verloren werk al de sprongen naar hyperspace te traceren. Rath zou toch enkele sprongen uitvoeren zodat ze hem helemaal niet konden volgen. Maar de senator en zijn gevolg waren veilig, en dat was waarom deze eenheid op pad werd gestuurd. De eenheid was afkomstig van zijn thuisplaneet en ingehuurd door zijn familie. Die familie had hem geholpen en milioenen credits gegeven aan de ruimtepiraten, en nu moest hij hen teleurstellen en ten schande brengen, want hij had het relikwie niet meer.

Hij stuurde een hologram naar zijn familie maar zei niets over het kristalblok. Hij zou eerst naar Coruscant gaan en zijn werk hernemen. Hij hoopte maar dat het niemand opviel dat hij het zakje met de steen niet bij zich had.

Hij zou Rath ervoor laten boeten zijn leven af te nemen, en de Twi’Lek zou er ook aan moeten geloven. Hij had door haar een half uur in die vreselijk smakende bacta-tank moeten vertoeven omdat zijn wonden ontstoken waren. De lichamelijke pijn was al grotendeels verdwenen, maar de psychische pijn des te groter. Van zodra hij op Coruscant was, had hij direct opgedragen een versterker te maken van zijn ontvanger. Weldra zou hij weten waar Rath’s schip zich bevond, en hij zou het vernielen en zijn relikwie terugnemen. Hij kon wel wat financiering krijgen van de senaat om piraten te vernietigen, en de rest van het geld had hij er zelf wel voor over. Anders was hij dat geld sowieso kwijt, zodra ze zijn functie als senator zouden afnemen. Hij huurde een heuse eenheid in en vroeg de hulp van een militaire leider genaamd Tarkin om het schip te vernietigen.

   
Site Map | Privacy Policy | Contact | 2004 Sofie