Sofie's Star Wars Site

     
 
       
 

"Wraak"

   
   

Door Sofie

aanvulling bij het verhaal van Laeïda Ylena 

p.s: deze versie is een kladversie! let niet op spellingsfouten of dialectzinnen

Deel 9 (27 BBY)

Hoofdstuk 1 (27 BBY)

Het plan was simpel, maar daarom niet minder effectief. De piraten zouden met dezelfde ruwheid als zijzelf bezaten, overvallen worden. De eenheid stond klaar om uit hyperspace te springen, net op dezelfde plaats als Rath’s schip eruit zou springen. Tarkin nam contact op met Voye om te melden dat de slag zou beginnen. Tarkin droeg de kapitein van zijn vlaggenschip op de turbolasers alvast op het volle vermogen te zetten. Een directe, wrede en grootschalige aanval zou hen vast en zeker verlammen. En als dat dan niet zo was, zouden zijn vijanden vast en zeker verlamd zijn van de schrik. Dat was de manier waarop Tarkin prefereerde te vechten. Snel, wreed en liefst nog paniek zaaiend.

Hij zag in zijn rechterooghoek hoe een teller aftelde. Nog enkele seconden en hij bevond zich in zijn biotoop. Een slagveld, waar hij aan het hoofd van de verpletterende partij staat. Het was zover. Van zodra ze uit hyperspace sprongen, begonnen zijn manschappen erop los te vuren. Het kon hem niet zoveel schelen dat de helft van de eerste schoten het schip van de piraten miste. Zolang er maar genoeg werd geschoten. Hij keek door het transparistaal en zag dat het raam constant verduisterde. Met genoegen kon hij daardoor vaststellen dat het laserlicht verblindend genoeg was om tegen te houden. En dus werd er massaal gevuurd. Maar de piraten gaven niet zo snel op. Het duurde een hele tijd voordat een van de motoren explodeerde. Het spervuur van Tarkin zorgde voor een opening in de wand. De vrijgekomen ruimte werd luchtledig gezogen. Tarkin droeg zijn piloten op ionenbommen achter te laten in de gaten. Het schip werd daardoor van binnenuit verlamd. De piraten hadden nu geen motoren en stroom meer. Ze hadden geen enkele kans meer op ontsnapping, laat staan op overwinning.

Tarkin hemelde zich in stilte terug op. Hoewel hij nog vrij jong was, kon hij zijn militaire opleiding uiterst goed toepassen. Hij had niet zo veel ervaring, maar zijn ambitie vulde dat gebrek grotendeels op. En hij had ook helemaal geen gebrek aan geestelijk inzicht. Hij had gemerkt dat hij in staat was zelfs zijn oude studiegenoot Sienar op een uiterst lucratieve missie te sturen, en ook nog een van zijn connecties in de Trade Federation in te lichten van Sienar’s plannen. Hij hield er niet van zijn oude vriend van zijn ideeën te beroven en die dan nog door te verkopen, maar hij wist dat Sienar een mirakel nodig had om zijn bedrijf te redden. (Gebeurd met de Clone Wars). En hij wou zijn idee zo graag eens testen. De bol met superlaser was een reflectie van zijn gehele denken. Angst gebruiken om te heersen. Zijn connectie was zeer geïnteresseerd in het ontwerp en beloofde het uit te werken. En Tarkin zou de eerste zijn die de vuurkracht ervan mocht uittestten.

Hij had de piraten in de val gelokt. Hij droeg een van zijn piloten op elke deur aan flarden te schieten, maar alleen de deur. Het relikwie mocht niet vernield worden, maar het zou zo worden mee naar buiten gezogen. Zolang de lasers zwak genoeg waren konden ze elke deur kapotschieten zonder iets anders te beschadigen. Het was de perfecte manier om zo weinig mogelijk manschappen te verliezen, en zoveel mogelijk piraten te laten proeven van de verstikkende leegheid van de ruimte. De methode was volgens Tarkin grof en geniaal tegelijk. Hoewel hij een persoonlijke touch mistte, kon hij zich best wel vermaken met de wegvliegende brokstukken en lijken van het piratenschip. Hij had de frontale schilden laten opvoeren om hen te beschermen tegen de iets grotere brokstukken. Enkele andere piloten mochten het nog werkende afweergeschut voor hun rekening nemen.

Het duurde nog een tijdje voordat het piratenschip geen teken van leven meer bood. De piraten waren doorzetters, maar tegen Tarkin’s overmacht konden ze onmogelijk op. Het hele schip was lamgelegd en de noodverlichting gaf het nu ook al op. Tarkin reageerde niet toen hij een van zijn manschappen met een transportscheepje wat van de vrijgekomen spullen naar binnen sluizen. Waarschijnlijk had die geld geroken. Hij besefte dat het gewoon de aard was van elk levend wezen, en daarom vergaf hij het hem. Uiteindelijk doet iedereen wel zoiets. Zodra de lokroep naar geld, macht en roem te groot wordt, kan niemand er aan weerstaan. Hij zag het bij de armste arbeiders in de verlaten sloppenwijken van Coruscant, maar ook tussen de muren van de torenhoge gebouwen waarin de senators woonden. Iedereen is in zekere zin corrupt. Hij durfde beweren dat zelfs de Jedi niet zouden kunnen weerstaan aan de drang naar geld en macht, hoewel zij het omgekeerde beweerden. Hij had het nooit echt hoog opgehad met de Jedi, en op een of andere manier betrapte hij zichzelf erop dat hij onbewust zocht naar een bewijs dat de Jedi zich ook konden vergrijpen aan zaken zoals corruptie. Gewoon om zijn theorie te bevestigen. Hij wou dat zijn theorie klopte, want hij zou zich er niet bij kunnen neerleggen als hij het mis had. Maar hij was ook gefascineerd door de Jedi. Hij wou al hun geheimen weten, en vooral hoe een lichtzwaard in elkaar zat. Hij zou er grote en vooral vernietigende wapens mee kunnen produceren. Misschien kon hij dan Sienar nog aan een baantje helpen. Zijn vriend was allesbehalve dom op het vlak van ontwerpen. Maar Tarkin besefte dat de toekomst er anders zou gaan uitzien. Hij was al tevreden met het feit dat de Trade Federation zijn superlaser misschien zou produceren.

Tarkin werd uit zijn gedachten gesleurd door een schittering in zijn oog. Hij droeg een van zijn assistenten op een scan te maken van het voorwerp. De scan bevestigde zijn vermoedens, en hij vroeg het voorwerp op te vissen. Hij had gevonden wat hij zocht. Hij kende iemand die zeer blij zou zijn wanneer hij die de relikwie zou teruggeven. En hij wist ook dat deze persoon zijn blijheid in kredieten ging uitten. Tarkin had geen idee waarom hij dat voorwerp zo graag terug wou hebben, dat hij werd ingehuurd en een zwaarbewapend vlaggenschip plus twintig piloten meekreeg. Maar het kon hem niet deren. Hij dacht liever na over de volgens hem belangrijkere dingen, zoals gevechtstactieken. Hij nam contact op met Voye en meldde dat zijn missie met glans geslaagd was. Daarna beval hij koers te zetten naar Coruscant. De senaat kon ook weer tevreden zijn, hij had een beetje misdaad vernietigd. Er was nu een groep piraten minder in het universum.

Hoofdstuk 2 (27 BBY)

Rath zag het allemaal gebeuren op zijn radar. Hij bevond zich in een transportschip en was juist opgestegen van de haven van Nal Hutta. Hij had hier in the middle of nowhere afgesproken met zijn vlaggenschip. Hij was op de planeet gaan onderhandelen met de Hutts en het gesprek had eindelijk een positieve wending gekregen. Hij hoopte dat hij de diamantenmassa weldra zou kwijtraken, maar zo te zien gebeurde dat sneller dan hij had verwacht. Alleen zou hij er deze keer veel meer verlies aan overhouden, dan de monsterwinst die hij voor ogen had. Hij zag hoe er naast hun moederschip een grote kruiser uit het niets te voorschijn was gekomen en zijn schip lag er nu roerloos bij. Hij wist dat hij niets meer kon doen voor de bemanning. Hij berekende vlug een nieuwe sprong in hyperspace en hoopte dat ze hem niet hadden gezien. Anders zou hem hetzelfde lot als zijn bemanning te wachten staan, en op dit moment had hij daar eigenlijk helemaal geen zin in. Hij draaide zich om en wendde zich tot het kleine groepje bemanning dat mee was gegaan. Zijn trouwe bodyguard, de Twi’Lek, was vervuld van haat. Hoewel ze nauwelijks roder kon worden, vond Rath dat ze wel leek te gloeien. Hijzelf was ook gebroken, maar besloot niet overhaast te handelen. Hij wist dat het schip dat hij gezien had bij zijn moederschip een van de republiek was. De senator wou zijn steen en misschien zijn eer terug en had hem daarom aangevallen, dat stond nu zwart op wit. Maar deze gebeurtenis zou Rath ook niet zo snel vergeten. Hij moest weer helemaal van vooraf aan beginnen. Hij had alleen nog dit schip en enkele manschappen, maar hij besefte dat die al snel hun eigen weg zouden opgaan. Hij kon ze ook niet meer tegenhouden zoals wanneer hij baas was op zijn schip. Alleen de Twi’Lek zou hem trouw blijven. Zij kon de overgebleven mannen nog even ervan weerhouden hem te verlaten, maar lang zou dat niet duren. Hij zou alleen achterblijven met zijn drang naar wraak. En de Twi’Lek natuurlijk. Hij besloot even onder te duiken. Hij had enkele rekeningen lopen waar hij wel even mee voort kon leven. Maar veel tijd had hij niet. Hoe langer hij wachtte, hoe minder geld en manschappen hij zou hebben. Dus moest hij de senator nu raken. Hij besloot naar Coruscant te gaan. Zijn Twi’Lek zou gek genoeg zijn om haar haatgevoelens te bevredigen en hem in het hart van zijn burcht te vermoorden. Hij ging zitten en dacht na. Het plan zou zeer gevaarlijk zijn, maar met een beetje creativiteit kon het wel lukken. Toen hij op nog geen twee uur van Coruscant verwijderd was, wist hij al wat hij zou doen. Hij nam contact op met een van zijn handelaars op Coruscant. Die handelde in goedkoop kookgerei, maar dat was maar een dekmantel: hij verkocht ook wapens en allerlei duistere dingen op de zwarte markt. Rath bestelde wat hij nodig had en daarna reserveerde hij een plaats op een van de dokken. Hij ging zijn bemanning inlichten van zijn plan. Rond Coruscant zouden ze toch nog een tijdje in de file staan dus had hij alle tijd om het plan te bespreken.

Enkele minuten nadat hij de handelaar had gecontacteerd, kreeg hij een bericht doorgestuurd. Het bericht vroeg een transmissie te starten iemand die een holografisch gesprek met hem wou hebben. Rath accepteerde de transmissie. Hij fronste zijn wenkbrauwen toen hij het beeld zag verschijnen. Het hologram dat hem aansprak, was helemaal niet duidelijk.

Maar wat hij zei was duidelijk genoeg.

“Ik heb gehoord dat u een aanslag wou plegen op senator Voye Seciel”, zei het hologram grofweg.

Rath twijfelde even voordat hij antwoordde.

Die persoon had van de handelaar gehoord dat hij een aanslag wou plegen. Rath was helemaal niet zo gelukkig met het gegeven dat men al van zijn plan wist. Een niet erg positief vooruitzicht, zo zouden de autoriteiten het wel eens te weten kunnen komen. En dan zou hij al vastgehouden worden als hij landde. Dan was zijn hele toekomst om zeep. Maar de man op het hologram stelde hem gerust. Hij had de handelaar opgedragen dit niet verder te vertellen. Hij en de handelaar hadden een vrij goede verstandhouding, en de handelaar vertelde altijd eerst de nieuwtjes aan het hologram.

“Toevallig was ik juist hetzelfde van plan.” Zei het hologram.

Rath was verbaasd over de manier waarop de man nogal direct duidelijk maakte wat hij wou. Rath hield wel van die wijze. Hij besloot ook direct op de praktische kant van de zaak over te gaan en de beleefdheidspraatjes over te slaan. “U wilt dat wij onze plannen tezamen leggen”, zei hij.

“Ik wil u steunen door u financieel een duwtje in de rug te geven. En misschien kunt u uw plan eens herbekijken, u hebt waarschijnlijk een subtiele en vooral dodelijke manier uitgedokterd om de senator van het leven te beroven. Maar hebt u wel aan alles gedacht?”

“Ik denk van wel, op wat doelt u?” antwoordde Rath.

“Aan de grote hoeveelheden gas te zien dat u besteld heeft, wilt u Seciel vergiftigen.”

“Inderdaad, ja” zei Rath, die merkte dat hij geïrriteerd was met het gegeven dat zijn plan zo doorzichtbaar was. Maar zijn plan steunde ook niet op het gezond verstand, maar op wraak. Het kon hem niets schelen dat de hele wereld wist dat hij een aanslag had gepleegd. Hij werd toch al gezocht in vele stelsels en Voye had ervoor gezorgd dat hij hoe dan ook in de gevangenis zou belanden.

“Hebt u er eigenlijk al aan gedacht dat de beveiligingsdroids voorzien kunne zijn met reuksensoren? Of dat de deuren hermetisch gesloten kunnen zijn?” zei het hologram.

“Euh….ik moet bekennen dat mijn plan nog niet zo ver in ontwikkeling was.”

“Dan zal ik u even verder op weg helpen. Ik weet hoe zijn beveiligingsysteem in elkaar zit”.

Rath was verbaasd. Hij was alleen maar te weten kunnen komen waar de kamer van de senator zich bevond. Zijn slicer was een van de beste en hij had zijn best gedaan om alles van Seciel te weten te komen. Hij had zelfs enkele berichten van die typische schandalen rond senators gevonden, en ook een stamboom. Maar niets over de beveiliging van zijn residentie op Coruscant.

“Is u bron te vertrouwen?” vroeg Rath.

“Ik ben er zelf geweest.” Antwoordde het hologram.

Nu wist Rath waarom de persoon niet zichtbaar was. Het ging over een afrekening binnen zijn eigen werkomgeving. Misschien was het wel een senator die ook invloed had in de misdaadwereld van Coruscant. Hoewel Rath niet naïef was, geloofde hij de persoon. Hij straalde, zelfs zonder hem te zien, een gevoel van vertrouwen uit.

“Ik zal u een gedetailleerde plattegrond doorsturen. Alle beveiliging staat erop aangeduid.” zei het hologram.

“Ik ga ervan uit dat u mij die informatie niets voor niets geeft, wat is u prijs?”

“Ik wil gewoon dat u de aanslag opeist. U lost voor mij een probleem op, en ik word niet verdacht.”

Rath geloofde hem, en hij liet de lijn open om het bestand door te zenden.

Hoofdstuk 3 (27 BBY)

De zon was al lang onder, maar zoals in elk district op Coruscant was het ’s nachts nooit geheel donker. Een combinatie van lichtreclames, straalmotoren en navigatielichten zorgden voor genoeg lichtspel dat elk normaal wezen wel blinders gebruikte om het licht te dimmen. Voye Seciel zag hoe de blinders automatisch naar beneden gingen toen hij zich in zijn slaapkamer begaf. Hij zette zich neer op zijn slaapbank en dacht na over deze dag in de senaat. Hij kreeg stilaan genoeg van al dat gekibbel. Hij hoopte dat hij snel op pensioen kon gaan. Zijn zoon was bijna oud genoeg op zijn plaats over te nemen. Als het volk zijn zoon zou accepteren, als hij geslaagd zou zijn in de tests, dan zou Voye eindelijk kunnen aftreden. Anders moest Voye nog een jaar wachten, tot de volgende tests.

Het was al lang geleden dat Voye zijn gezin had gezien. Met al die politieke spelletjes, en zijn ontvoering, had hij de tijd nog niet gehad zijn gezin te bezoeken. Hij overtuigde zichzelf ervan dat zijn zoon nu best wel al klaar moest zijn voor de tests. Toen hij zo oud was als zijn zoon, vond hij het een grote eer zijn planeet te mogen te verdedigen in de senaat. Als hij geweten had hoe het er echt aan toe ging, zou hij alvast minder enthousiast geweest zijn.

Hij herinnerde zich de plechtigheid nog alsof het gisteren was. Het was de mooiste dag van zijn leven. Hij wist nog hoe hij plechtig naar de planetaire raad werd gebracht en er werd benoemd tot senator. Hij herinnerde zich vooral nog hoe zijn vader hem het relikwie aanbood. Hij zag zijn vader niet veel, maar hij kende hem als een strenge en gerespecteerde man. Als hij iets tegen je zei, was het belangrijk. Als hij iets aan je gaf, dan was dat een hele eer. Op de ceremonie voelde Voye hoe zijn vader hem een deel van zijn wijsheid wou meegeven, samen met het relikwie. Jammer genoeg voelde het alleen maar zo, besefte hij. Hij leek in vele opzichten niet op zijn vader. Hij was bijlange niet zo streng als zijn vader. Hij kon zijn zoon niet zo behandelen als zijn vader hem. Hij had er gewoon het karakter niet voor. En wijsheid straalde hij al evenmin uit. Hij was iemand die niet van actie hield. Hij kroop liever ver weg als er een rel losbarstte dan zichzelf de verdedigen, met woorden of met daden. Maar daar had hij zich al lang mee verzoend. Hij hoopte dat hij nog een leven kon leiden, waarvan hij van zijn pensioen kon genieten.

Hij besloot maar te gaan slapen. Waarschijnlijk zou hij zijn hersenen morgen wel helder moeten gebruiken. En waarschijnlijk zouden ze tegen die avond alweer vertroebeld zijn. Hij zuchtte en legde zich neer.

Maar hij hoorde het plofje niet door zijn geluidsdichte deuren. En als hij het zou gehoord hebben, zou hij zich toch geen zorgen gemaakt hebben. Zijn ramen stonden onder stroom en hij had extra sterk transparistaal laten aanbrengen. Zijn deuren waren geluidsdicht en blastervuurbestendig.

Hij had elektrische systemen aangebracht op plaatsen waar niemand het wist, buiten degene die ze geplaatst hadden. Maar die had hij genoeg zwijggeld betaald. Er liepen ook nog vijf bewakers rond in zijn suite. Die had de republikeinse wacht hem toegewezen na de ontvoering.

Hij hoorde ook niet hoe zijn bewakers werden vergiftigd door een gas dat in de andere delen van zijn suite werd verspreidt. Onder een van de buitendeuren lag een rubberen slang die het gas naar binnen had gedreven. Aan de andere kant van de deur lag een flesje met gecompresseerd giftig gas waar de slang in verdween. Er lag ook een verluchtingsrooster op de grond, die afkomstig was van de verluchtingskoker erboven.

Een van de bewakers was nog op tijd de deur te openen en liep half vergiftigd naar buiten. Hij hoopte de eerste hulppost te bereiken, maar nog voor zijn achterste been uit de deur was gestapt, werd zijn helm van zijn hoofd gezet. Hij besefte dat hij in de val was gelopen. Hij zag nog net de vlijmscherpe naalden voor zijn gezicht bewegen voordat zijn keel werd overgesneden. De moordenaar sprong uit de koker en belandde met een uiterste behendigheid op de vloer. Ze kuiste haar messen af aan het blauwe uniform van de bewaker. Ze sleepte hem naar binnen. Toen liet ze een zak uit de koker zakken. Ze zette een gasmasker op om het nog niet neergestreken gas niet te inhaleren. Ze ging aan de andere kant van de deur zitten en sloot de deur. Ze nam gereedschap uit de zak en begon het slot van de deur te forceren. Ze veroorzaakte kortsluiting tussen het elektronische slot en de deur was nu voor iedereen gesloten. Ze nam een comlink uit de zak en belde naar haar werknemer. “De deur is gesloten, ik ben klaar voor fase 2” fluisterde ze in de vocoder. Plots vielen de lichten uit. Geen elektrisch systeem werkte meer. Weldra zal er terug stroom zijn, dat gaf haar een korte tijd haar opdracht uit te voeren.

Ze stapte de gang op, richting Voye’s slaapkamer. Maar nog voordat ze zijn deur bereikte, nam ze een afslag naar rechts. In de gang die daarnet voor haar lag, bevonden zich enkele robotten die ze liever niet tegenkwam. Ze sloop voorbij de uitgeschakelde alarmsystemen. Ze kwam nu uit op dezelfde gang dan voorheen, maar voorbij de droids. Ze wierp een snelle blik om het hoekje en zag de robots met hun rug naar haar toegericht. Dat gaf ze een kans om ze beiden naar een andere planeet te schieten.

Ze nam haar blaster en dook de hoek om. De eerste droid kreeg de tijd niet om te reageren. De tweede draaide zijn stomp hoofd om zodat hij zijn doel kon vastleggen, maar een seconde later had hij al geen hoofd meer. De twee droids lagen nu roerloos op de grond. Ze kroop terug recht en stak haar blaster terug weg in de houder. Niets hield haar nu nog tegen.

Ze passeerde nog enkele uitgeschakelde alarmsystemen en trok ze uit hun voegen, net zoals bij alle andere al had gedaan. Die zouden die haar al niet meer kunnen lastigvallen, wanneer er terug energie zou zijn. Ze kwam aan Voye’s slaapkamerdeur toen dat gebeurde. Maar dat was meer een voordeel dan een probleem. Nu kon ze zonder complicaties de zware deuren openen. Terwijl ze binnenstapte hoorde ze niet hoe de buitendeur werd open gelast. Ze was te vol van haar overwinning. Bijna was zij en haar meester gewroken. Ze stapte rustig naar de slaapbank voor haar terwijl ze haar messen tevoorschijn haalde. Maar toen zag ze dat de senator zich niet meer in zijn bed bevond. Ze vroeg zich af zwaar hij naartoe zou zijn gelopen. Ze wou rond kijken om hem te zoeken, maar plots flitste er een blasterschot voorbij haar heupen. Ze dook vliegensvlug weg achter de slaapbank. Zoeken moest ze niet meer. Hij maakt het haar wel erg makkelijk. Ze stak haar messen weg en trok haar twee blasters.

Voye was wakker geworden door het alarm in zijn kamer. De stroom was net weer aangegaan en hij schrok recht van de rode zwaailichten en het schrille geluid van het alarm in zijn kamer. Hij stond vliegensvlug op en liep naar het alarmsysteem. Hij schakelde het net op tijd uit. Ze deur ging open toen de lichten stopten met flikkeren en het weer muisstil was. Hij zag hoe het silhouet van een vrouwelijke twi’lek in zijn kamer binnenkwam. Hij tastte in het donker naar het wapen dat hij daar had gelegd. Hij nam de kolf stevig vast en bracht het wapen omhoog. Toen zag hij hoe ze iets uit haar zijzakken haalde. Het metaal van de messen flikkerde in het licht dat uit de gang kwam, en Voye besefte wie daar aan zijn bed stond. Hij vuurde in haar richting. Een niet berekent schot, een reactie die misschien voortkwam uit schrik, of uit de pijn die hij onbewust nog in zijn rug voelde. De twi’lek dook weg achter zijn slaapbank. Hij besefte dat ze het weldra tegen hem zou opnemen. Hij hoopte dat de republikeinse bewakers snel hier zouden zijn, want hij was niet echt goed in een blasterduel. De kolf voelde zweterig aan, en toch bibberde Voye.

De republikeinse wacht had al snel de stroomuitval ontdekt. Na een korte tijd hadden ze de stroom weer online gekregen en verdeelde een squadron zich. Een bewaker nam de lift naar Voye’s appartement.

Daar aangekomen alarmeerde hij al snel zijn kameraden. Het bloed dat van onder de deur sijpelde voorspelde niet veel goeds. Hij probeerde de deur maar die wou zich niet openen. Hij vroeg om een lasteam te laten aanrukken.

De twi’lek kroop naar het uiteinde van de slaapbank. Ze wist waar de senator zich ongeveer bevond. Ze nam haar twee wapens stevig vast en liet zich om de hoek vallen. In haar vlucht loste ze een schot op goed geluk. Voye dook onbewust weg voor het schot dat veel te hoog belandde. Maar de twi’lek was alweer verdwenen achter de deur. Vanaf hier had ze een betere positie. Dat was ook de reden waarom ze haar had verplaatst, hier kon ze de senator zien zodra hij iets te veel naar voor kwam. Maar Voye zelf kon haar niet zien. Hij wist niet eens waar ze zat. Toch bleef hij zitten. Hij hoorde de buitendeur openklappen. Hij wachtte liever op de bewakers dan zijn leven nog meer te riskeren.

Hij nam zijn wapen iets steviger vast en strekte zijn armen iets meer. Maar dat was een ernstige fout. Nog voor hij het wist werd de blaster uit zijn hand geschoten. Nu was hij helemaal ongewapend, en dat wist de twi’lek maar al te goed. Ze stapte naar voren en nam Voyes geroosterde blaster op. Toen ze constateerde dat het wapen niet meer bruikbaar was, gooide ze het nonchalant weg. Toen Voye zijn wapen iets te veel vooruit had gestoken, had ze onmiddellijk gereageerd. Nu kon ze hem zonder complicaties ombrengen. Ze stak haar blasters weg en trok haar messen. Voye stond angstig tegen de muur gedrukt. Hij wist dat ze hem deze keer niet alleen zou martelen. Het zou zijn dood worden. Een uiterst pijnlijke dood.

Hoofdstuk 4 (27 BBY)

Maar de twi’lek kreeg de kans niet een mes naar hem uit te steken. Plots voelde ze dat een republikeins bewakersgeweer tegen haar slapen werd gedrukt. Ze antwoordde de bedreiging met haar messen. Vliegensvlug stak ze haar messen door het blauwe gewaad en was juist op tijd om weg te duiken voor het schot uit de blaster. Zo makkelijk liet ze haar niet pakken. Ze dook weg naar een van Voye’s kasten. Hier konden ze haar niet direct raken. Ze zat tussen Voye en de bewakers in.

Voye sloot de deur tussen haar en zijn kamer. Hij sloot zichzelf op, zodat zij hem niet meer kon aanraken. De twi’lek was afgesloten van haar doel, en ze besefte dat ze de deur niet zou kunnen openen met het squadron bewakers achter de kast. Haar missie was mislukt. Ze zat ingesloten. Voye was onbereikbaar voor haar. Ze probeerde te bepalen waar de bewakers exact stonden. Ze besefte dat ze niet terug kon. Maar ze zou haar nooit overgeven. Ze sprong nog liever uit een van de ramen. Dat bracht haar op een idee. Ze kroop verder weg in de kast. De achterwand was van een niet zo stevig materiaal als de rest. De plaat was gemakkelijk los te maken. Ze haalde een stuk gereedschap uit de zak die ze nog bij haar had en begon de plaat los te wrikken.

Toen de plaat los was trapte ze hem uit zijn voegen. Ze trok een van haar blasters en schoot door het raam dat recht tegenover haar stond. In een fractie van een seconde sprong ze door het gebroken raam. De republikeinse wacht kreeg de kans niet te reageren. Ze tuimelde naar buiten, en belandde op de brede richel van het appartement. Ze volgde een smaller richeltje op handen en voeten. Ze dook weg achter een pilaar en stelde zich veilig op. De republikeinse wacht kon haar hier moeilijk volgen, en plat tegen de grond had ze ook geen last van de sterke windstoten. Ze nam haar comlink en nam contact op met Rath.

“Rath, ik zit in de problemen. Voye had een wapen, ik had hem bijna toen de republikeinse wacht er was. Ik zit nu ergens op een richeltje, op zijn verdiep, dicht bij de liften. Mijn terugweg is afgesloten. De bewakers zitten me op de hielen.” Zei ze snel, maar duidelijk. Ze panikeerde niet, maar ze was realistisch. Ze had weinig kans hier weg te geraken. Rath kon haar onmogelijk bereiken want de bewakers hadden het gebouw afgesloten. Er zweefden patrouilles rond, op zoek naar haar. Haar zwarte mantel verborg haar aanwezigheid nog even, maar zodra ze haar felrode lekku zouden opmerken, had ze geen kans meer.

Na een korte stilte antwoordde Rath: “Probeer verder links te geraken. Daar heb je een uitstulping. Hang je touw daaraan vast en slinger naar de etage eronder. Daar is een terras met een automatisch raam. Het moet mogelijk zijn vandaar ongemerkt weg te komen.”

“Ik zal het proberen. Je hoort nog wel van mij, dood of levend.” Zei ze en ze verbrak de verbinding.

De republikeinse wacht verspreidde zich. Ze stonden opgesteld aan elk raam op de hoogte van Seciel’s appartement. Enkele bewakers zochten de omliggende kamers op. De aanvaller had geen kans.

De twi’lek maakte het touw vast. Of het stevig vast hing wist ze niet, ze had geen tijd om het te controleren. Ze nam een aanloop en sprong in de diepte van Coruscant. Ze kneep haar ogen tot spleetjes en smeekte de Force, waar ze niet eens in geloofde, dat het touw zou houden. Ze voelde de terugslag van de slingerbeweging die ze maakte. Door de aanloop was ze iets verder beland waardoor ze nu slingerde aan het touw. Ze probeerde haar om te draaien om te zien of het balkon er wel degelijk was. Anders zat ze nog dieper in de problemen. Ze zag onder haar een flits van het balkon toen ze voorbij slingerde. Ze liet los en belandde op de reling van het balkon. Ze kroop over de rand en liep het gebouw binnen.

Binnen trof ze een dienstmeisje van een senator aan. Deze was bezig pakken te maken om van de planeet te vertrekken. Haar meester was er niet. De twi’lek trok haar messen en maakte zijlingse stappen, weg van het raam. Het dienstmeisje had haar nog niet opgemerkt. De twi’lek stond nu ver genoeg van het raam om niet gezien te kunnen worden door de patrouilles. Ze maakte een geluid, en het dienstmeisje schrok op. De twi’lek richtte een van haar blasters die nog in hun houder zaten op haar. Met haar rug tegen de muur begon ze het dienstmeisje haar voorwaarden op te leggen.

“Als ik jou was zou ik exact doen wat ik vraag.” Zei de twi’lek. Het dienstmeisje stond vastgevroren op de grond. “Eerst en vooral wil ik van kleur veranderen. Je moet hier vast wel iets van make-up of zoiets liggen hebben. Ook wil ik een andere outfit. Liefst een zoals de jouwe, iets voor een twi’lek slavin." Het dienstmeisje rende naar een van haar tassen en haalde een potje tevoorschijn. Ze zocht ook een kleed uit haar kast en gaf het bibberend aan de twi’lek. “Jij blijft daar mooi voor het raam doen waar je mee bezig was. De patrouilles mogen niets vermoeden.” De twi’lek opende het potje en goot de inhoud over haar uit. Heel haar gezicht werd groen. Ze smeerde het goedje verder over haar armen. Plots werd er aangebeld.

Een luidspreker meldde dat de republikeinse wacht voor de deur stond en absoluut naar binnen moest. Het dienstmeisje keek angstig in de richting van de twi’lek. De twi’lek droeg haar op de bewakers te melden dat ze nog even moesten wachten. De bewakers zeiden dan weer dan ze maar even kunnen wachten, dat hun verdachte te dicht was om gewone burgers in gevaar te brengen. De twi’lek kon haar lachje niet verbergen. Daarvoor waren ze al te laat. Maar de wacht had weinig geduld dus trok de twi’lek vlug de kleren aan die het dienstmeisje haar had gegeven. Ze leek nu perfect op een groene twi’lek-slavin van de senator. Bijna perfect. Onder de jurk kwamen haar knalrode benen tevoorschijn. Maar ze had geen tijd meer die ook groen te kleuren. Ze hoopte dat de bewakers geen interesse zouden hebben in haar benen.

Ze nam een van de pakken op en droeg het dienstmeisje op hetzelfde te doen. Net voor ze de deur opende, stak ze haar messen weg onder de jurk. Maar het dienstmeisje wist wel dat ze klaar zaten om haar te doden zodra ze iets fout dee. Het tweetal stapte naar buiten.

“Republikeinse wachter Sagoro Autem, mijn excuses voor het storen, maar er is hier een moordenaar gesignaleerd. Ze is erg gevaarlijk. Hebt u toevallig een felrode twi’lek gezien?” de twi’lek nam het woord. “Sorry, neen. Wij zijn druk bezig geweest met pakken te maken voor onze meester. We zitten al achter op schema. Zou u ons nu willen excuseren? We zouden deze tassen naar het schip van onze meester willen brengen. U mag uiteraard binnenkomen als u daar wat aan heeft.”

“Met u permissie, zouden we ons graag aan uw ramen opstellen.” Antwoordde Autem.

“Geen probleem, u ziet ons straks wel terug” zei de twi’lek en ze duwde ongemerkt met de loop van haar blaster in de rug van het dienstmeisje. Het tweetal nam een lift naar de dokken.

In de lift nam ze weer contact op met Rath. Ze nam geen moeite zijn naam te verbergen. Voye had haar herkend dus iedereen zou binnenkort wel weten wie de aanslag wou plegen. Ze nam het dienstmeisje mee tot het platform waar ze met Rath had afgesproken. Daar liet ze haar lopen. Rath’s schip vertrok vliegensvlug van Coruscant. Daar blijven zo pure zelfmoord zijn. Iedereen zou binnenkort weten dat hij achter de aanslag zat. Maar Rath was nog niet uitgeteld. Senator Seciel zou weldra boeten voor zijn daden. Rath zou hem achtervolgen tot hij dood zou zijn. En de twi’lek zou ervoor zorgen dat die dood uiterst pijnlijk zou zijn.

Iets later zette Rath het holonetnieuws op. Er werd over de aanslag gerapporteerd. Een geschokte Seciel meldde dat hij zich zou terugtrekken tot zijn zoon zijn functie kon overnemen. Zo was hij misschien vrijgesteld van elk politiek gevaar, maar niet voor de persoonlijke wraak waar Rath op uit was. Rath zou hem te grazen nemen van zodra Voye op zijn planeet wilt landen. Rath zette koers naar Nar Shaddaaa. Daar zou hij de geschikte persoon kunnen vinden voor zijn werk.

Hij huurde er een bounty hunter in en gaf deze een opdracht mee. Aan de twi’lek droeg hij op de bounty hunter te schaduwen zodat hij zeker kon zijn van Voye’s dood. Zijzelf was al teveel in beeld geweest. Iedereen wist dat zij Voye wou vermoorden. Maar van die bounty hunter wisten ze dat niet.

   
Site Map | Privacy Policy | Contact | 2004 Sofie